maandag 4 juli 2011

Doping met kruiden

Afgelopen zaterdag ging de 98e editie van de Tour de France van start en daarmee ook de verhalen over doping allerlei.
Het gebruik van stimulerende middelen door sporters en anderen die een zware prestatie moeten leveren, is al zo oud als de weg naar Rome. Toen deze weg werd aangelegd kregen arbeiders een stimulerend middel in de vorm van knoflook om hun prestaties te verhogen. Ook de Romeinse legioenen hadden knoflook op het menu met daarnaast tijm voor moed en dapperheid.
Gladiatoren en andere sportlui waren eveneens grote afnemers van knoflook en daarbij dille omdat dit kruid hen sterker zou maken.

Al deze kruiden bevatten werkzame stoffen die ondermeer gunstig werken op de bloedsomloop en als zodanig dragen zij een steentje bij aan conditie en fitheid.

In het midden van de 19e eeuw waren wetenschappers in staat werkzame stoffen uit kruiden te isoleren en chemisch na te maken. Ook hormonen, al dan niet syntetisch, verschenen op het dopingmenu en de laatste tijd experimenteert men met gentechnologie.
Net als vroeger met de bedoeling (sport)prestaties tot grote hoogte te stuwen.

Afgezien van de discussie of het gebruik van doping fairplay in de weg staat of niet, is de vraag belangrijker wat al die stimulantia doen met het lichaam van jonge topsporters. En wat het nog erger maakt: veel van deze middelen zijn nauwelijks getest of zelfs schadelijk voor de gezondheid.

Het gebruik van stimulerende middelen zal wel nooit verbannen kunnen worden uit topsport, maar mag het wat minder? Dat zou niet alleen de sport, maar ook de sportlui ten goede komen.

Touchworld, de kruidigste site van Nederland